Ik vind dit mooie, geheimzinnige poëzie. Prikkelend, verrassend. De reeks Too late blues is deels geïnspireerd door de acteur-regisseur John Cassavetes en diens werk. Cassavetes (1929-1989) schitterde als jong acteur in de televisieserie Johnny Staccato (1959) en in de klassieker Rosemary's Baby (1968) en draaide zelf rolprenten als Shadows (1961) en A Woman Under The Influence (1970). Op de een of andere manier denk ik - dat zal door Johnny Staccato komen - bij de naam Cassavetes altijd in zwart-wit , en ook de poëzie van Paul Rigolle is voor mij zwart-wit. Niet inhoudelijk, maar qua sfeer. Ik zie er vaak kringelende rook bij, hoor er ijsblokjes bij in een borrel tinkelen, vermoed er broeierige muziek bij.
Een bijzonder mooi drieluik vind ik Insel Hombroich, geschreven naar aanleiding van een bezoek aan dat adembenemend mooie openluchtmuseum in Neuss, nabij Düsseldorf (een aanrader, maar dit terzijde hier). Het laatste paneel daarvan:

III

Strompel maar aan gestalte, laat het hangen klank.
Groet en registreer wat telkens weer
in een toponiem herwonnen wordt.
Toren, kluis en labyrint. Melkweg, firmament.
Het gebouw als slak, het gebouw als hart.
Lang en breed, de weg ligt open, de weg ligt vast.

Deinend als een snek op een zee van groen
laten wij de grenzen varen. Verloren paradijs.
Droomland dat niets aan kracht heeft ingeboet.
Roep en roep opnieuw. Kwadrateer. Een glimlach
barst in ons in lachen uit. In een oogwenk
staat alles stil en opgeschort zoals het hoort.

Deze man kan, voorwaar, goed waarnemen. Bemerk dat ook hier weer het hart opduikt. De auteur zelf zei, op De Contrabas, over zijn jongste boek: "Ik hou wel van het geheel en het opzet van deze bundel. De metafoor van het hart loopt als een kleine rode wichelroede doorheen Van het hart een steen. Ook het gegeven dat het leven veel van deze gedichten in de jaren van hun ontstaan is komen nadoen, en niet omgekeerd, maakt de bundel voor mij speciaal. Het hart zelf sputterde in de loop van de jaren dat de gedichten geschreven zijn, zelfs letterlijk tegen. Als wilde het volop deelnemen aan deze gedichten. In die zin zit in veel van de gedichten in Van het hart een steen een pak 'voorzienigheid'." Van het hart een steen is wat mij betreft een van de sterkste bundels die onlangs verschenen. Paul Rigolle schrijft een poëzie die aan je blijft haken, poëzie van een robuuste élégance.



Mond- en clownzeer, Yang Poëziereeks, Gent, 1980
De Hel van het Noorden, Vers, Sint-Niklaas, 1982
Overal en op alle plaatsen, Crop & Sla, Ettelgem, 1986
Van het hart een steen, Poëziecentrum, Gent, 2009